Solar Plus Mode (geoptimaliseerd opladen met zonne-energie)

Geoptimaliseerd opladen met zonne-energie is alleen mogelijk in combinatie met een PV-systeem en de KOSTAL Smart Energy Meter. De PV-installatie levert het benodigde vermogen om het elektrische voertuig op te laden.

Als er een PV-overschot op het netaansluitpunt beschikbaar is, wordt de netafname vervangen door het PV-vermogen of, indien mogelijk, verhoogd tot het PV-overschot.

Desgewenst kan hier ook een minimaal PV-overschotvermogen worden gedefinieerd, dat ten minste aanwezig moet zijn voordat het laden met het door de klant gedefinieerde vermogen wordt gestart. Als het overschotvermogen onder de gedefinieerde minimumwaarde daalt, wordt het opladen weer gestopt.

Deze functie kan worden gebruikt om het elektrische voertuig bijvoorbeeld in de avonduren op te laden, wanneer er niet meer genoeg PV-energie beschikbaar is, maar het elektrische voertuig de volgende ochtend opgeladen moet zijn.

1

PV-overschot

Dit overschot kan ook worden gebruikt om een batterij op te laden.

2

Max. laadvermogen van wallbox 11 kW (3-fasig).

3

Vastgelegd minimaal startlaadvermogen.

In dit voorbeeld met 50% van het maximale laadvermogen van 11 kW (bij 3-fasige aansluiting met 3-fasig voertuig = 5,5 kW).

4

Ingesteld minimaal overschotvermogen op het netaansluitpunt voordat met laden wordt gestart. In dit voorbeeld is dit 60% van 5,5 kW = 3,3 kW.

Het extra laadvermogen van 2,2 kW (5) wordt afgenomen van het openbare elektriciteitsnet.

5

Laden van elektrische auto via het openbare elektriciteitsnet. In dit voorbeeld 2,2 kW.

6

Laden van elektrisch voertuig met PV-overschot.

7

Oplaadtijd elektrisch voertuig.

8

Huisverbruik van andere apparaten - deels rechtstreeks gedekt door PV-installatie.

Startlaadvermogen instellen

1

Beoogd startlaadvermogen instellen.

2

Schuifregelaar voor het instellen van de verhouding tussen de gebruikte zonne-energie en de netafname in de Solar Plus Mode.

3

Weergave van laadwaarden voor elektrische voertuigen.

 

Beoogde startinstelling

Min.

Hiermee wordt het minimale laadvermogen van het aangesloten elektrische voertuig bepaald en ingesteld (1-fasig 1,4 kW / 3-fasig 4,1 kW).

50%

Het laadvermogen is ingesteld op 50% van het maximale laadvermogen van het elektrische voertuig (1-fasig 1,85 kW / 3-fasig 5,5 kW).

75%

Het laadvermogen is ingesteld op 75% van het maximale laadvermogen van het elektrische voertuig (1-fasig 2,8 kW / 3-fasig 8,25 kW).

Max.

Hiermee wordt het maximale laadvermogen van het aangesloten elektrische voertuig bepaald en ingesteld (1-fasig 3,7 kW / 3-fasig 11 kW).

INFO

Info

Wolken/vermogensafnamehysterese

Als het noodzakelijke overschotvermogen niet beschikbaar is, wordt het laden gedurende ca. 5 minuten bij het minimale laadvermogen in stand gehouden om onnodig in- en uitschakelen te voorkomen. Na het verstrijken van de hysteresetijd wordt het laden onderbroken en pas na een wachttijd van ca. 8 minuten hervat.

Het gewenste minimale aandeel aan zonne-energie instellen

In de Solar Plus Mode kan met de schuifregelaar de verhouding tussen de gebruikte zonne-energie en de netafname worden ingesteld.

Lock Mode

Wallbox geblokkeerd.

De schuifregelaar heeft geen functie.

Power Mode

Volledig laadvermogen van alle beschikbare bronnen.

De schuifregelaar heeft geen functie.

Solar Pure Mode

Voor het opladen wordt 100% van de energie van de PV-installatie afgenomen.

De schuifregelaar heeft geen functie.

Solar Plus Mode

De verhouding instellen tussen zonne-energie en energie die van het openbare net wordt afgenomen.

Voorbeeld: Als 30% zonne-energie/70% netafname is ingesteld, moet er ten minste 30% zonne-energie beschikbaar zijn voordat het laden wordt gestart. De resterende energie wordt afgenomen van het elektriciteitsnet. Als het aandeel zonne-energie toeneemt, wordt er minder van het elektriciteitsnet afgenomen.

 

Weergave van laadwaarden voor 1-fasige en 3-fasige elektrische voertuigen

Op de onderstaande illustratie staat de instelling in kW voor 1-fasige of 3-fasige voertuigen. Als er meer zonne-energie wordt opgewekt dan het ingestelde minimum, wordt de netafname met het overeenkomstige aandeel verminderd.

 

Prioriteit bepalen van het laadvermogen met aangesloten batterij (PLENTICORE/PLENTICORE BI)

Als een KOSTAL-batterijsysteem met de componenten PLENTICORE of PLENTICORE BI in het systeem is geïnstalleerd, moet deze omvormer via het IP-adres in de KOSTAL Smart Energy Meter worden geconfigureerd (via Omvormer > Apparaten).

In dit geval wordt voorrang gegeven aan het voeden van de wallbox met overschotvermogen voor de modi voor zonne-energie. De batterij wordt pas opgeladen als het elektrische voertuig geen vermogen meer opneemt.

INFO

Info

Bij gebruik van externe opslag, PIKO BA-systemen, PIKO MP plus met KOSTAL Smart Energy Meter en een batterij kan een foutloos gebruik van de modi voor zonne-energie niet worden gegarandeerd, omdat hier verschillende regelsystemen het overschot regelen en elkaar in de regeling storen.