Communicatieverbinding KOSTAL Smart Energy Meter via LAN

Aansluitschema energiemeter LAN – netaansluiting

1

Omvormer

2

LAN-interface van omvormer

3

4

LAN-interface

5

Terugleveringsmeter

6

Openbaar net

7

Lees de gebruiksaanwijzing van de .

8

Gebruik stroomomvormers voor stroomsterktes boven 63 A. Lees de gebruiksaanwijzing van de .

aansluiten

GEVAAR

danger

Levensgevaar door elektrische schok en elektrische ontlading!

Schakel alle toestellen spanningsvrij en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.

INFO

Info

Gebruik een ethernetkabel van categorie 7 (Cat 7, FTP) met een maximale lengte van 100 m als netwerkkabel (Ethernet 10BaseT, 10/100 MBit/s).

 

  1. Schakel de netvoedingskabel spanningsvrij.
  2. Installeer de op het netaansluitpunt in het huisnet zoals is afgebeeld.
  3. Leid de ethernetkabel op de omvormer door de COM2-afdekking en dicht deze met de afdichtring en wartelmoer af. Draai de wartelmoer met het opgegeven aanhaalmoment vast.
    Aanhaalmoment: 8 Nm (M25).
  4. Sluit de ethernetkabel op een van de LAN-bussen in de COM2-connector aan. De tweede LAN-bus wordt gebruikt om de netwerkverbinding met andere omvormers verder uit te breiden.
  5. Monteer de COM 2-afdekking.
    Aanhaalmoment: 1,5 Nm
  6. Sluit het andere uiteinde van de ethernetkabel op de router aan.
  7. Breng een LAN-verbinding tot stand tussen de en de router.
  1. Omvormer met KSEM verbonden.

Na de ingebruikname

Na de ingebruikname moeten nog de volgende instellingen in de KOSTAL PIKO CI Conf App worden uitgevoerd.

INFO

Info

Als de vermogensbegrenzing wordt uitgevoerd in combinatie met de , is vermogensbegrenzing via een rimpelspanningontvanger (RSE) niet mogelijk en moet deze worden gedeactiveerd.

Instellingen via de gebruikersinterface van de KOSTAL Smart Energy Meter

  1. Zet op de onder Modbus-instellingen > Modbus TCP > Slave (Activeer TCP-slave) de instelling op AAN.
  2. Zet om het huisverbruik in het zichtbaar te maken in de onder Omvormer > Solar Portal > Activeer Solar Portal de instelling op AAN.

De werkt in deze variant als slave en verzendt gegevens naar de omvormer.

 

Instellingen via de KOSTAL PIKO CI-app

  1. Het gebruik van de (KSEM) moet in de KOSTAL PIKO CI Conf App op de master-omvormer worden ingesteld.
    Dit kan onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermogensaanpassing/-regeling > KSEM-management > KSEM activeren/deactiveren > Activeren worden ingesteld.
  2. De verbinding tussen KSEM en omvormer wordt ingesteld onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermogensaanpassing/-regeling > KSEM-management > Verbinding tussen KSEM en master-omvormer > LAN.
  3. De inbouwpositie wordt ingesteld onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermogensaanpassing/-regeling > KSEM-management > Sensorpositie > Netaansluitpunt.
  4. Het Modbus-adres van de KSEM wordt ingesteld onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermogensaanpassing/-regeling > KSEM-management > Modbus-adres energiemeter > 1 (standaardwaarde in de KSEM).
  5. Een vermogensbegrenzing van de teruglevering aan het net (bijv. tot 70%) moet bij de masteromvormer in watt worden ingevoerd.
    Voer de begrenzing van actief vermogen onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermogensaanpassing/-regeling > KSEM-management > Begrenzing van actief vermogen tot (W) > Begrenzing in.
  6. Voer het KSEM IP-adres onder Instellingen > Omvormerinstellingen > Vermogensaanpassing/-regeling > KSEM-management > IP-adres energiemeter > KSEM IP-adres in.
  7. Alle andere omvormers die met de master-omvormer zijn verbonden, zijn als slave geconfigureerd. In de slave-omvormers hoeven geen verdere instellingen te worden uitgevoerd.
  1. Omvormer geconfigureerd.