Omvormerinstellingen
Tijdinstelling | Toelichting |
---|---|
Omvormertijd synchroniseren | De tijd van de omvormer synchroniseren met de tijd van de smartphone. |
Via de volgende menuopties kunnen de parameters in de omvormer worden ingesteld die de netexploitant voorschrijft. Het wijzigen van de parameters bij de omvormer mag uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerde elektrotechnici die bekend zijn met de installatie, en alleen op verzoek van de netexploitant. Bij onjuiste instellingen kunnen gevaren voor lijf of leven van de gebruiker of derden ontstaan. Bovendien kan er schade aan het toestel en aan andere voorwerpen van waarde ontstaan.
Netinstellingen | Toelichting |
---|---|
Frequentiebewaking van fase 1 geactiveerd | Frequentiebewaking niveau 1 activeren/deactiveren |
PV-stringbewaking | Als deze functie is geactiveerd, wordt op de startpagina één waarde per PV-string weergegeven. Bovendien wordt een gebeurtenis gegenereerd als de polariteit van de PV-string wordt verwisseld. |
Netrichtlijn | Selecteer de netrichtlijn (bijv. VDE-AR-N 4105) |
Starttijd (s) | Wachttijd na het inschakelen van de omvormer |
Starttijd na netfout (s) | Inschakeltijd na netfout van de omvormer |
Vermogensgradiënt (%/min) | Vermogensgradiënt na het inschakelen van de omvormer |
Vermogensgradiënt na netfout (%/min) | Vermogensgradiënt na netfout van de omvormer |
Overfrequentie-grenswaarde x (Hz) | Grenswaarde voor overfrequentie instellen |
Onderfrequentie-grenswaarde x (Hz) | Grenswaarde voor onderfrequentie instellen |
Overspanning-grenswaarde x (V) | Grenswaarde voor overspanningsbeveiliging instellen |
Onderspanning-grenswaarde x (V) | Grenswaarde voor onderspanningsbeveiliging instellen |
Overfrequentie-uitschakeltijd x tijd (s) | Uitschakeltijd voor overfrequentie instellen |
Onderfrequentie-uitschakeltijd x tijd (s) | Uitschakeltijd voor onderfrequentie instellen |
Overspanning-uitschakeltijd x tijd (s) | Uitschakeltijd voor overspanning instellen |
Onderspanning-uitschakeltijd x tijd (s) | Uitschakeltijd voor onderspanning instellen |
Max. netstartspanning (V) | Als de omvormer na een storing ter beveiliging is uitgeschakeld en de netspanning hoger is dan de bovengrens van de heraansluitspanning, mag de omvormer niet opnieuw op het net worden aangesloten. |
Min. netstartspanning (V) | Als de omvormer na een storing ter beveiliging is uitgeschakeld en de netspanning lager is dan de ondergrens van de heraansluitspanning, mag de omvormer niet opnieuw op het net worden aangesloten. |
Max. netstartfrequentie (Hz) | Als de omvormer na een storing ter beveiliging is uitgeschakeld en de netfrequentie hoger is dan de bovengrens van de heraansluitfrequentie, mag de omvormer niet opnieuw op het net worden aangesloten. |
Min. netstartfrequentie (Hz) | Als de omvormer na een storing ter beveiliging is uitgeschakeld en de netfrequentie lager is dan de bovengrens van de heraansluitfrequentie, mag de omvormer niet opnieuw op het net worden aangesloten. |
Voortschrijdend gemiddelde | 10 minuten gemiddelde overspanningswaarde instellen |
Vermogensaanpassing/ | Toelichting | |
---|---|---|
Actief-vermogensregeling | Vermogensbesturing | |
| P(U)-regeling | Parameters van de P(U)-curve. Het actieve vermogen wordt verminderd als de uitgangsspanning een bepaalde waarde overschrijdt. |
P(F)-regeling | Parameters van de P(f)-curve. Het actieve vermogen wordt bij overfrequentie verlaagd of bij onderfrequentie verhoogd. | |
Vermogensgradiënt (%/s) | De vermogensgradiënt instellen. Met de vermogensgradiënt wordt aangegeven hoe snel het vermogen moet worden verhoogd of verlaagd. | |
Maximaal terugleveringsvermogen (W) | Stel het maximale actief vermogen van de omvormer in. | |
Maximaal actief vermogen (%) | Instellen van het maximale uitgangsvermogen van de omvormer | |
Blindvermogensregeling | Blindvermogensregeling | |
| Responsietijd van het blindvermogen | Geeft de responsietijd voor blindvermogen aan (3 Tao, PT-1 gedrag) |
Blindvermogensmodus | Specificeert de blindvermogensregelingmodus. Instellingen uitvoeren volgens de voorschriften van het energiebedrijf voor regeling van het blindvermogen. | |
Energiebeheer | Vermogensbegrenzing | |
| Externe sensor | Gedeactiveerd: Er is geen energiemeter op de omvormer aangesloten. KSEM: Op de omvormer is een KOSTAL Smart Energy Meter aangesloten. |
Sensorpositie | Inbouwpositie van de energiemeter (netaansluitpunt of verbruiker) --- FEHLENDER LINK --- | |
Modbus-adres energiemeter | Modbus-adres van energiemeter | |
Begrenzing van actief vermogen tot (W) | Vermogensbegrenzing configureren | |
IP-adres energiemeter | IP-adres energiemeter | |
L1-3-netvermogen | Weergave van het netvermogen op de afzonderlijke fasen | |
Totale energie | Weergave van energie die van het openbare net is afgenomen | |
Totaal voedingsenergie | Weergave van energie die aan het openbare net is teruggeleverd | |
L1-3-verbruikervermogen | Weergave van het verbruikervermogen op de afzonderlijke fasen | |
Totaal verbruik | Weergave van het totale verbruik | |
L1-3-omvormervermogen | Weergave van het omvormervermogen op de afzonderlijke fasen | |
Totaal omvormervermogen | Weergave van de totale energie die door de omvormer wordt opgewekt | |
Rimpelspanningontvanger | Rimpelspanningontvanger aansturen | |
| Rimpelspanningontvanger activeren | Functie van de rimpelspanningontvanger inschakelen/uitschakelen --- FEHLENDER LINK --- |
RSE actief vermogen (%) | Actief-vermogenswaarde van rimpelspanningontvanger instellen | |
RSE blindvermogen | Voor rimpelspanningontvanger de waarde voor blindvermogen of vermogensfactor cos phi instellen |
Overige instellingen | Toelichting | |
---|---|---|
Eilandnetherkenning | Eilandnetherkenning inschakelen/uitschakelen. Zorgt ervoor dat de omvormer niet wordt in- of uitgeschakeld bij fouten in de netspanning. | |
Aardlekbewaking | Lekstroombewaking inschakelen/uitschakelen. Als de functie is ingeschakeld, detecteert de omvormer de foutstroom van de array. | |
Compatibiliteit RCD type A | Wanneer deze functie werd geactiveerd, dan kunnen RCD van het type A als aardlekbeveiligingen worden gebruikt. Hierbij schakelt de omvormer uit wanneer de lekstroom incompatibel wordt voor een RCD van type A. Wanneer de functie is gedeactiveerd, moet een RCD van het type B als aardlekbeveiliging worden gebruikt, voor zover een RCD voorgeschreven is. | |
Schaduwmanagement | Wanneer PV-strings gedeeltelijk in de schaduw liggen, levert de betrokken PV-string niet meer het optimale vermogen. Als schaduwmanagement is ingeschakeld, past de omvormer de MPP-tracker zodanig aan dat deze met het maximaal mogelijke vermogen kan werken. | |
Schaduwmanagement interval (s) | Interval van de aftastfrequentie van de MPP-tracker instellen | |
Isolatieweerstand (kOhm) | Als de vastgestelde waarde van de isolatieweerstand kleiner is dan de vooraf ingestelde waarde, wordt de omvormer niet op het net aangesloten | |
Lekstroomgrens (mA) | Grenswaarde voor lekstroomdetectie. Als de vastgestelde waarde hoger is dan de vooraf ingestelde waarde, wordt de omvormer uitgeschakeld. | |
Grenswaarde voor spanningsonbalans (%) | Drempelwaarde voor netspanningsonbalans instellen | |
Dynamische netondersteuning (FRT) | Dynamische netondersteuning (FRT = Fault Ride Through) | |
| K-factor direct systeem | Instellingen voor ononderbroken doorgaan bij netstoringen FRT (Fault Ride Through) |
K-factor invers systeem | ||
Bewaking van voedingsspanning | ||
Doorgaan bij onderspanning (V) UVRT | ||
Doorgaan bij overspanning (V) OVRT | ||
Netondersteuningsmodus | ||
Beperkte netondersteuning (%) | ||
Onregelmatige spanningsverandering (%) | ||
Bewaking van overspanningsbeveiliging | De bewaking van de interne overspanningsbeveiligingsmodules (SPD - Surge Protective Device) inschakelen/uitschakelen. |