Overige instellingen
Parameter | Toelichting |
---|---|
Eilandnetherkenning | Eilandnetherkenning inschakelen/uitschakelen. Zorgt ervoor dat de omvormer niet wordt in- of uitgeschakeld bij fouten in de netspanning. |
Aardlekbewaking | Lekstroombewaking inschakelen/uitschakelen. Als de functie is ingeschakeld, detecteert de omvormer de foutstroom van de array. |
Compatibiliteit RCD type A | Wanneer deze functie werd geactiveerd, dan kunnen RCD van het type A als aardlekbeveiligingen worden gebruikt. Hierbij schakelt de omvormer uit wanneer de lekstroom incompatibel wordt voor een RCD van type A. Wanneer de functie is gedeactiveerd, moet een RCD van het type B als aardlekbeveiliging worden gebruikt, voor zover een RCD voorgeschreven is. |
Schaduwmanagement | Wanneer PV-strings gedeeltelijk in de schaduw liggen, levert de betrokken PV-string niet meer het optimale vermogen. Als schaduwmanagement is ingeschakeld, past de omvormer de MPP-tracker zodanig aan dat deze met het maximaal mogelijke vermogen kan werken. |
Schaduwmanagement interval (s) | Interval van de aftastfrequentie van de MPP-tracker instellen |
Isolatieweerstand (kOhm) | Als de vastgestelde waarde van de isolatieweerstand kleiner is dan de vooraf ingestelde waarde, wordt de omvormer niet op het net aangesloten |
Lekstroomgrens (mA) | Grenswaarde voor lekstroomdetectie. Als de vastgestelde waarde hoger is dan de vooraf ingestelde waarde, wordt de omvormer uitgeschakeld. |
Grenswaarde voor spanningsonbalans (%) | Drempelwaarde voor DC-netspanningsonbalans instellen |
Dynamische netondersteuning (FRT) | Dynamische netondersteuning (FRT = Fault Ride Through) | |
| K-factor direct systeem | Instellingen voor ononderbroken doorgaan bij netstoringen FRT (Fault Ride Through) |
K-factor invers systeem | ||
Bewaking van voedingsspanning | ||
Doorgaan bij onderspanning (V) UVRT | ||
Doorgaan bij overspanning (V) OVRT | ||
Netondersteuningsmodus | ||
Beperkte netondersteuning (%) | ||
Onregelmatige spanningsverandering (%) |
Bewaking van overspanningsbeveiliging | De bewaking van de interne overspanningsbeveiligingsmodules (SPD - Surge Protective Device) inschakelen/uitschakelen. |
AFCI-functie | Activeren van de vlamboogdetectie. |
Vlamboogfout terugzetten | Vlamboogfout terugzetten. Dit mag alleen worden gedaan als de oorzaak werd achterhaald. |
Vlamboogfout: instelwaarden gevoeligheid | Stel de gevoeligheid in (standaardwaarde 40). |
Instelwaarde vlamboogdetectie | Stel de waarde voor de vlamboogdetectie in of gebruik de standaardwaarde (standaardwaarde 16) |
Instelwaarde van de actuele vlamboogintensiteit | Stel de waarde voor de actuele vlamboogintensiteit in of gebruik de standaardwaarde (standaardwaarde 800) |
Instelwaarde van de gemiddelde vlamboogintensiteit | Stel de waarde voor de gemiddelde vlamboogintensiteit in of gebruik de standaardwaarde (standaardwaarde 200) |