Netkabel aansluiten

GEVAAR

danger

Levensgevaar door elektrische schok en elektrische ontlading!

  • Schakel het toestel spanningsvrij en beveilig dit tegen opnieuw inschakelen.

VOORZICHTIG

caution

Brandgevaar door overstroom en verwarming van de voedingskabel

Netsnoeren met een te kleine doorsnede kunnen warm worden en brand veroorzaken.

  • Gebruik een geschikte doorsnede.
  • Monteer een stroomonderbreker voor beveiliging tegen overstroom.

 

INFO

Info

Werk bij alle werkzaamheden binnen in de omvormer uitsluitend met geïsoleerd gereedschap om kortsluitingen te voorkomen.

INFO

Info

Dit product kan een gelijkstroom in de buitenste randaardedraad veroorzaken. Als aardlekbeveiliging (RCD) kan aan AC-zijde een RCD van het type A of B ≤ 300 mA worden gebruikt. Het gebruik van een RCD van type A wordt vrijgegeven op de webserver via Servicemenu > Externe hardware-instellingen > Aardlekbeveiligingen. (Standaardinstelling: RCD type A vrijgegeven).

INFO

Info

Zie het hoofdstuk Technische gegevens voor de dimensionering van de noodzakelijke AC-stroomonderbreker.

Er kunnen eendradige kabels (type NYY-J of NYM-J) zonder draadeindhulzen met de AC-aansluitklem worden gebruikt.

Bij het gebruik van fijndradige kabels (type H05../H07RN-F) moeten draadeindhulzen worden gebruikt. Hierbij moet erop worden gelet dat de contactlengte 18 mm bedraagt.

 

  1. Zet de DC-schakelaar van de omvormer op Off.
  2. Schakel het huisnet spanningsvrij.
  3. Beveilig de huiszekeringen tegen opnieuw inschakelen.
  4. Verwijder de schroeven van de onderste afdekking en haal de afdekking weg.
  5. Druk de bevestigingsklemmen samen en verwijder het deksel van de aansluitruimte.
  6. Leg de netvoedingskabel volgens de voorschriften van de stroomverdeler naar de omvormer.
  7. Breng de voedingskabel in de omvormer naar binnen en dicht deze af met afdichtring en wartelmoer. De afdichtring kan worden aangepast aan de netvoedingskabel door de afzonderlijke afdichtringen telkens van binnen naar buiten te verwijderen. Draai de wartelmoer met het opgegeven aanhaalmoment vast.
  8. Laat bij niet-gebruikte schroefverbindingen de afdichtring in de schroefverbindingen zitten.
  9. Sluit de draden van de netvoedingskabel aan volgens de tekst op de AC-aansluitklem.
    Voor het aansluiten van de AC-kabels beschikt de omvormer over aansluitblokken. Hierbij moeten de draden in de grote ronde openingen van de aansluitklem worden gebracht. Bij getwiste kabels moeten draadeindhulzen worden gebruikt.
  10. Monteer in de netvoedingskabel tussen de omvormer en terugleveringsmeter een aardlekbeveiligingsschakelaar en stroomonderbreker als beveiliging tegen overstroom.
  11. In landen waar een tweede PE-aansluiting is voorgeschreven, moet deze op het gemarkeerde punt van de behuizing (buiten) worden aangesloten.
  1. De AC-aansluiting is tot stand gebracht.