Batterij-instellingen

Wanneer een batterij op de omvormer is aangesloten, kan hier het gedrag en het gebruik van de batterij worden geconfigureerd.

Parameter

Toelichting

Type batterij

Weergave van de aangesloten batterij. Het type batterij wordt automatisch bepaald.

Batterijregeling
(alleen mogelijk met servicecode)

De batterij kan worden geregeld door extern batterijmanagement (bijv. energieleverancier). In dit geval wordt het laadvermogen en ontlaadvermogen van de batterij gecontroleerd door de externe leverancier. De exploitant van de installatie ontvangt dan bijvoorbeeld een vergoeding voor de geleverde energie van de externe leverancier. Externe batterijregeling

Intern (standaard):

De externe regeling is gedeactiveerd.

Extern via digitaal I/O:

Extern batterijmanagement wordt uitgevoerd via de digitale ingangen op het Smart Communication Board (terminal X401) van de omvormer. Er kan een voorinstelling worden geselecteerd of de digitale ingangen kunnen worden geconfigureerd volgens de specificaties van de provider.
Als de besturingssignalen ontbreken, schakelt het systeem over op interne regeling. Het uitlezen van de apparaatstatus via Modbus (TCP)/SunSpec is nog steeds parallel mogelijk. Externe batterijregeling

Extern via Modbus (TCP):

Extern batterijmanagement vindt plaats via het Modbus RTU-protocol. De besturingssignalen worden ontvangen via de LAN-interface. Als de besturingssignalen binnen de ingestelde tijdsduur niet worden ontvangen, schakelt het systeem over op interne regeling. Het uitlezen van de apparaatstatus via Modbus (TCP)/SunSpec is nog steeds parallel mogelijk.

Stel ook de tijd in voor Timeout ext. batterijregeling. Als de signalen via Modbus worden onderbroken of uitblijven, schakelt het systeem na verloop van tijd over op interne regeling.

 

Laadtoestand

Parameter

Toelichting

Min. laadtoestand (SoC) [%]

Instellen van de minimale ontladingsdiepte van de batterij.

In periodes met een geringe opbrengst wordt de ingestelde min. SoC dynamisch verhoogd om diepontlading te vermijden. Zodra er weer voldoende laadenergie beschikbaar is, wordt de min. SoC weer gereduceerd naar de ingestelde waarde.

 

Alternatieve periode

Er kan een tweede periode met een tweede min. SoC worden toegekend die in de ingestelde periode dan wordt gebruikt.

Vooral in de tweede helft van het jaar met weinig PV-opbrengst komt het vaker voor dat de batterij niet meer voldoende wordt opgeladen en de min. SoC zeer vroeg wordt bereikt. Voor de interne regeling van de batterij is echter nog steeds energie nodig en zodoende wordt de batterij verder ontladen. Als deze toestand langer duurt, kan de SoC onder de min. SoC van de batterij komen. Als deze min. SoC wordt bereikt, wordt de batterij via een druppellading uit het net opgeladen. Dat dient om de batterij tegen diepontlading te beschermen.

Om een druppellading uit het net te vermijden of om andere redenen, kan via de alternatieve periode een andere min. SoC worden toegekend.

Parameter

Toelichting

Start

Start van de alternatieve periode. Vanaf dit tijdstip geldt de hieronder ingestelde SoC.

Einde

Einde van de alternatieve periode. Vanaf dit tijdstip eindigt de hieronder ingestelde SoC.

Min. laadtoestand (SoC) [%]

Instellen van de minimale ontladingsdiepte van de batterij.

 

Back-upmodus

Parameter

Toelichting

Back-upmodus

Weergave van de back-upfunctie die tijdens de installatie is geselecteerd.

Niet geactiveerd:

Er is geen back-upfunctie geselecteerd.

Handmatig omschakelen:

Er is een handmatige KOSTAL BackUp Switch in de huisinstallatie geïnstalleerd voor gebruik van de back-upfunctie in geval van een stroomstoring.

Automatisch omschakelen:

Er is een automatische omschakelbox in de huisinstallatie geïnstalleerd voor gebruik van de back-upfunctie in geval van een stroomstoring.

Een lijst met goedgekeurde accessoires van KOSTAL Solar Electric vindt u op onze homepage in het downloadgedeelte bij het product.

Uitvaldetectie

Selecteer hier hoe de back-upeenheid in de meterkast is aangesloten.

1-fasig: De back-upeenheid werd maar met één fase aangesloten.

3-fasig: De back-upeenheid werd met drie fasen aangesloten.

Slaapstand gebruiken

Gedeactiveerd: De slaapstand wordt alleen bij een diepontlading van de batterij geactiveerd. De batterij blijft zo lang mogelijk beschikbaar en is gereed voor de back-upmodus.

Geactiveerd: De slaapstand wordt geactiveerd wanneer de batterij naar de ingestelde min. SoC werd ontladen. Wanneer de slaapstand actief is, is de batterij mogelijk niet beschikbaar voor de back-upmodus.

Start-SoC voor back-upmodus (%)

Wanneer de back-upfunctie moet worden gebruikt, zorgt u ervoor dat in de batterij een reserve beschikbaar is zodat de back-upmodus bij stroomuitval kan worden gestart. Hiervoor mogen de waarden voor Min. laadtoestand en Min. laadtoestand in de alternatieve periode niet kleiner worden gekozen dan de start-SoC voor de Start-SoC voor back-upmodus.

Voorbeeld:

  • Min. laadtoestand (SoC): 50%
  • Start-SoC voor back-upmodus: 40%
  • Ontlading in back-upmodus toestaan tot: 10%

De back-upmodus kan pas worden gestart wanneer de batterij de ingestelde Start-SoC voor back-upmodus heeft bereikt.

Als de SoC van de batterij onder de ingestelde waarde ligt, dan is een back-upmodus niet mogelijk. In dit geval wordt eerst de batterij met zonne-energie opgeladen.

Ontlading in back-upmodus toestaan tot (%)

De batterij wordt tot aan de ingestelde waarde ontladen.

De waarde moet onder de waarde voor Start-SoC voor back-upmodus liggen. Tot aan deze waarde wordt de back-upmodus in stand gehouden. Onder de ingestelde waarde wordt alleen nog de omvormer door de batterij gevoed om de paraatheid voor de back-upmodus te waarborgen.

Voor de back-upmodus is aan te raden om een reserve tot de minimale SoC van de batterij in te plannen (bijv. 10 %), zodat de batterij niet diepontladen wordt en het systeem uitschakelt.

AANWIJZING! Mocht de SoC van de batterij onder de toegestane minimale SoC voor de batterij komen (afhankelijk van de batterij, meestal 3 %), dan wordt de batterij ter bescherming tegen diepontlading van de omvormer losgekoppeld en het opslagsysteem wordt uitgeschakeld. De batterij moet in dit geval handmatig weer worden ingeschakeld zodra weer voldoende PV-vermogen beschikbaar is.

 

Overige batterij-instellingen

Parameter

Toelichting

Batterijgebruik om te voorzien in het huisverbruik

Batterij-ontlading vanaf netafname van (W)

De batterij wordt pas gebruikt om te voorzien in het huisverbruik wanneer het PV-vermogen niet voldoende is en de netafname groter is dan het ingestelde vermogen. (standaardwaarde 50 W).

Voorbeeld: Als een waarde van 200 W wordt ingesteld, wordt de batterij pas vrijgegeven om te voorzien in het huisverbruik wanneer het gemeten verbruik uit het openbare net boven 200 W komt. De batterij wordt weer geblokkeerd voor het huisverbruik wanneer de netafname 50 W onder de ingestelde waarde zakt (in dit voorbeeld 150 W).

Voorzien in het huisverbruik vanaf (W)

Er wordt pas bij een overschrijding van de ingestelde waarde uit het beschikbare PV-vermogen en batterij voorzien in het huisverbruik. Onder de ingestelde waarde wordt de batterij volledig uit het beschikbare PV-vermogen opgeladen. (standaardwaarde 50 W).

Voorbeeld: Als een waarde van 200 W wordt ingesteld, wordt er pas uit het beschikbare PV-vermogen en batterij voorzien in het huisverbruik, wanneer het gemeten huisverbruik boven 200 W komt. De omvormer wordt weer geblokkeerd voor het huisverbruik wanneer het verbruik 50 W onder de ingestelde waarde komt (in dit voorbeeld 150 W).

Opslag van overtollige AC-energie uit lokale opwekking

Als in het lokale huisnet een extra AC-energiebron aanwezig is (bijv. een extra PV-installatie of een warmtekrachtkoppeling), kan de opgewekte AC-energie worden opgeslagen in een batterij die is aangesloten op de PLENTICORE plus.

AANWIJZING! De functie kan alleen worden geactiveerd als de energiemeter is geïnstalleerd op het netaansluitpunt (positie 2).

Geactiveerd: De opgewekte AC-energie kan in de batterij worden opgeslagen.

Gedeactiveerd: Er wordt geen extra opgewekte AC-energie in de batterij opgeslagen.

Batterijlading vanaf netoverschot van [W]

Invoer van een minimale waarde voor het netoverschot vanaf welke de batterij wordt opgeladen. (standaard 50 W).

Voorbeeld: Als een waarde van 50 W wordt ingesteld, wordt de batterij bij een teruglevering boven 50 W in het openbare net (netoverschot) opgeladen. Het opladen van de batterij wordt geblokkeerd wanneer de waarde onder 50 W komt.

 

Geavanceerde batterij-opties

Parameter

Toelichting

Geavanceerde batterij-opties (alleen mogelijk met servicecode)

Batterijlading starten

Als de SoC van de batterij bij de eerste ingebruikname zeer laag is, kan deze functie worden gebruikt om de batterij eenmalig op te laden tot 100%. Het opladen vindt onafhankelijk van de energiebron plaats. In dit geval wordt Service opladen op de omvormer weergegeven.

Als er geen energiemeter aanwezig is (bijv. in modus Batterij met externe batterijregeling), wordt het opladen beëindigd bij 50%.