Reiniging van de ventilator

1

Ventilatorkabel

2

Ventilator

3

Ventilatorrooster

4

Bevestigingslipjes

Werkwijze

De ventilator mag alleen worden gedemonteerd en gereinigd, wanneer de omvormer is uitgeschakeld. Anders bestaat de mogelijkheid dat de ventilator start.

  1. Zet de DC-schakelaar van de omvormer op OFF. DC-schakelaar op omvormer
  2. Demonteer de ventilator. Plaats hiervoor een schroevendraaier op de rand van het ventilatorrooster en oefen lichte druk uit op het ventilatorrooster.
  4. Druk met een tweede schroevendraaier de bevestigingslipjes naar het midden van de ventilator. Trek de ventilatoreenheid voorzichtig naar voren.
  6. Trek de ventilatoreenheid helemaal uit de behuizing. Koppel hiervoor de steekverbinding van de ventilatorkabel los.

  7. BELANGRIJKE INFORMATIE

    Info

    Let op de kabelgeleiding binnenin de behuizing.

    De ventilatorkabel moet bij de montage van de ventilator weer op precies dezelfde manier worden gelegd.

  9. De ventilator kan bovendien nog van het ventilatorrooster worden afgetrokken. Druk hiervoor de bevestigingslipjes iets naar buiten en trek de ventilator eraf.
  11. Reinig de ventilator en behuizingsopening met een zachte kwast.
  12. Let bij de montage van de ventilator op de volgende punten:
    - De ventilator is correct in het ventilatorframe gemonteerd (luchtstroomrichting).
    - De kabel zit in de behuizing.
    - De kabel van de ventilator is niet afgekneld.

  13. BELANGRIJKE INFORMATIE

    Info

    Let er bij de montage van de ventilator op dat de kabels zodanig worden gelegd dat deze niet in de ventilator komen. Anders kan de ventilator uitvallen of lawaai gaan maken.

  15. Sluit de ventilatorkabel weer aan en plaats de ventilator in de behuizing. Controleer bij de eerste keer inschakelen of de lucht door de ventilator naar binnen wordt gezogen.
  16. Neem de omvormer in gebruik Omvormer inschakelen.
  1. Ventilatorreiniging is uitgevoerd.