Webservermenu - Servicemenu - Algemeen

In het servicemenu vindt de installateur verdere mogelijkheden voor configuratie van de omvormer. Voor het definiëren van deze instellingen is uitgebreide kennis vereist van de behoeften van het openbare net die het energiebedrijf voorschrijft (bijv. verlaging van het actief vermogen, instellen van de parameters die door het energiebedrijf worden voorgeschreven).

INFO

Info

De instellingen in dit menu vereisen speciale kennis betreffende netwerkconfiguratie.

 

Selectie van de aangesloten energiemeter op de omvormer en begrenzing van de teruglevering aan het openbare net.

INFO

Info

Een lijst met goedgekeurde energiemeters en hun gebruiksdoel vindt u in het downloadgedeelte bij het product op onze homepage: www.kostal-solar-electric.com.

Parameter

Toelichting

Energiemeter

Selectie van de aangesloten energiemeter.

Sensorpositie

De positie van de gemonteerde energiemeter in de huistechniek kiezen.

Netaansluitpunt = positie 2

Huisverbruik = positie 1

Aansluiting energiemeter

Begrenzing van actief vermogen tot [W]

(configureerbaar zonder servicecode)

Instellen van het max. terugleveringsvermogen. Richtlijnen hiervoor worden gewoonlijk door het energiebedrijf gegeven (bijv. een omlaagregeling naar 70%). Standaardwaarde is het max. vermogen van de omvormer. Gebruik de hulpcalculator om de reducering eenvoudig te berekenen.

AANWIJZING! Verkeerde instellingen door gebrek aan vakkennis. De operator is verantwoordelijk voor de juiste instelling van de begrenzing van het actieve vermogen. De netbeheerder informeert u over het toegestane actieve vermogen voor uw installatie. Wij raden aan alle instellingen door uw installateur te laten uitvoeren.

Ontvangst van de broadcast-besturingssignalen activeren

Wanneer op de digitale ingangen van een andere omvormer een rimpelspanningontvanger is aangesloten, kunnen deze signalen voor de regeling van actief vermogen en blindvermogen via UDP-broadcast naar alle omvormers in het lokale netwerk (LAN) worden verspreid. Eveneens kan een lokale energiemanager signalen voor de regeling van actief vermogen en blindvermogen in het lokale netwerk produceren.

Geactiveerd: De omvormer wordt geregeld door een rimpelspanningontvanger die op een andere omvormer is aangesloten.

Gedeactiveerd (standaard): Er vindt geen analyse van de signalen plaats. De omvormer wordt niet geregeld door een rimpelspanningontvanger die op een andere omvormer is aangesloten.

 

Instellingen voor optimalisatie van MPP-tracking.

Parameter

Toelichting

Generatorinstellingen

Schaduwmanagement: Wanneer PV-strings gedeeltelijk in de schaduw liggen, levert de betrokken PV-string niet meer het optimale vermogen. Als het schaduwmanagement wordt geactiveerd, past de omvormer de MPP-tracker van de gekozen PV-string zodanig aan dat deze met het maximaal mogelijke vermogen kan werken.

 

Wanneer een batterij op de omvormer is aangesloten, kunnen hier het gedrag en het gebruik van de batterij worden geconfigureerd.

BELANGRIJKE INFORMATIE

notice

Als een batterij achteraf via de webserver of omvormer wordt ingesteld, moet na de configuratie de omvormer via de DC-schakelaar uit- en weer ingeschakeld worden om ervoor te zorgen dat de instellingen worden overgenomen.

Parameter

Toelichting

Type batterij

Selectie van de aangesloten batterij op de omvormer.

Batterijregeling

De batterij kan worden geregeld door extern batterijmanagement (bijv. energieleverancier). In dit geval wordt de laad-/ontlaadcapaciteit van de batterij gecontroleerd door de externe leverancier. De exploitant van de installatie ontvangt dan bijvoorbeeld een vergoeding voor de geleverde energie van de externe leverancier. Externe batterijregeling

Intern (standaard):

De externe regeling is gedeactiveerd.

Via digitale I/O:

Het externe batterijmanagement wordt uitgevoerd via de digitale ingangen op het Smart Communication Board (terminal X401) van de omvormer. Er kan een preset worden geselecteerd of de digitale ingangen kunnen worden geconfigureerd volgens de specificaties van de provider.
Als de besturingssignalen ontbreken, schakelt het systeem over op interne regeling. Het uitlezen van de apparaatstatus via Modbus (TCP)/SunSpec is nog steeds parallel mogelijk. Externe batterijregeling

Via Modbus (TCP):

Het externe batterijmanagement vindt plaats via het Modbus RTU-protocol. De besturingssignalen worden ontvangen via de LAN-interface. Als de besturingssignalen ontbreken, schakelt het systeem over op interne regeling. Het uitlezen van de apparaatstatus via Modbus (TCP)/SunSpec is nog steeds parallel mogelijk.

Batterij-ontlading vanaf netafname van [W]

Invoer van een minimale referentiewaarde van het net vanaf welke de batterij wordt gebruikt. (standaard 50 W).

Voorbeeld: Als een waarde van 200 W wordt ingesteld, wordt de batterij pas vrijgegeven om te voorzien in het huisverbruik wanneer het gemeten verbruik uit het openbare net boven 200 W komt. De batterij wordt weer geblokkeerd voor het huisverbruik wanneer de netafname 50 W onder de ingestelde waarde zakt (in dit voorbeeld 150 W).

Min. laadtoestand (SoC) [%]

Instellen van de minimale ontladingsdiepte van de batterij.

Als ook de Intelligente batterijregeling is geactiveerd, wordt de ontladingsdiepte automatisch aangepast aan de weersomstandigheden en weersvoorspelling om de batterij optimaal te benutten.

Intelligente batterijregeling

Hierbij wordt het laden en ontladen van de batterij helemaal automatisch geregeld. Deze functie mag alleen worden geactiveerd als het aangesloten PV-vermogen groter is dan het PV-vermogen van de omvormer (bijv. bij omlaagregeling van omvormer naar bijv. 70%). U moet deze functie niet gebruiken wanneer een elektrisch voertuig via een wallbox wordt geladen, omdat hier geen duidelijke verbruiksprognose kan worden bepaald.

Als Opslag van overtollige AC-energie uit lokale opwekking (functie Smart AC Link) is geactiveerd, is de functie "Intelligente batterijregeling" niet beschikbaar.

Een uitvoerige beschrijving vindt u bij De intelligente batterijregeling

Opslag van overtollige AC-energie uit lokale opwekking

Als in het lokale huisnet een extra AC-energiebron aanwezig is (bijv. een extra PV-installatie of een warmtekrachtkoppeling), kan deze opgewekte AC-energie worden opgeslagen in een batterij die is aangesloten op de PLENTICORE plus.

AANWIJZING! De functie kan alleen worden geactiveerd, wanneer de energiemeter op het netaansluitpunt (positie 2) is geïnstalleerd en een batterij op de omvormer is aangesloten. Als de opslag van overtollige AC-energie uit lokale opwekking (functie Smart AC Link) is geactiveerd, is de functie "Intelligente batterijregeling" niet beschikbaar.

Geactiveerd: De opgewekte AC-energie kan in de batterij worden opgeslagen.

Gedeactiveerd: Er wordt geen extra opgewekte AC-energie in de batterij opgeslagen.

Tijdgestuurd batterijgebruik

De laad- en ontlaadbewerking kan zeer flexibel worden geconfigureerd op verschillende tijdstippen (tariefperioden).

Er zijn momenten dat de energiekosten relatief hoog zijn (verschillende tariefmodellen). Daarom kan het zinvol zijn de batterij tijdens deze perioden te laten ontladen en het opladen buiten deze perioden toe te staan.

De hier ingestelde tijden kunnen worden overschreven door de instellingen van een geactiveerd extern batterijmanagement.

Batterijlading vergrendeld: Ontlading toegestaan bij huishoudelijk gebruik.

Batterijontlading vergrendeld: Opladen bij energieoverschot toegestaan.

Geavanceerde batterijopties - Service opladen (alleen mogelijk met servicecode)

Service opladen starten vanaf 100%

Als de SoC van de batterij bij de eerste ingebruikname zeer laag is, kan deze functie worden gebruikt om de batterij eenmalig op te laden tot 100%. Dit gebeurt met zonne-energie. Als er niet genoeg zonne-energie beschikbaar is, is de energie afkomstig van het openbare net. In dit geval wordt "Service opladen" op de omvormer weergegeven.

 

Hardware-instellingen configureren.

Parameter

Toelichting

Aardlekbeveiligingen

Compatibiliteit RCD type A:

Wanneer deze functie werd geactiveerd, dan kunnen RCD van het type A als aardlekbeveiligingen worden gebruikt. Hierbij schakelt de omvormer uit wanneer de lekstroom incompatibel wordt voor een RCD van type A.

Wanneer de functie is gedeactiveerd, moet een RCD van het type B als aardlekbeveiliging worden gebruikt, voor zover een RCD voorgeschreven is.

 

Parameter

Functie

geen

Er is niets op de digitale ingangen aangesloten.

Externe batterijregeling

Als u de externe regeling via de digitale I/O-poorten in het menu 'Batterij-instellingen' hebt geactiveerd, kunt u hier de functies van de ingangen definiëren. Wijs de gewenste laad- of ontlaadcapaciteit toe aan de ingangen.

Vermogensbesturing

Voor de aansluiting van een rimpelspanningontvanger met standaard schakelrichtlijnen.

Uitvoerige beschrijving in het hoofdstuk Eigenverbruik. Vermogensbesturing

Activeren van de verspreiding van rimpelspanningsignalen in het huisnet.

Geactiveerd:
Wanneer een rimpelspanningontvanger op de omvormer is aangesloten, worden de stuursignalen van deze rimpelspanningontvanger per UDP in het lokale LAN-net verspreid. Op deze manier kunnen ook andere omvormers via de aangesloten rimpelspanningontvanger worden geregeld.

Gedeactiveerd:
De stuursignalen worden niet per UDP in het lokale LAN-net verspreid.

Door de gebruiker gedefinieerde actieve-/blindvermogenregeling

Voor de aansluiting van een rimpelspanningontvanger. In tegenstelling tot de standaardvermogensbesturing bestaat hier de mogelijkheid om tot wel 16 instellingen vast te leggen. Deze worden gewoonlijk door het energiebedrijf voorgeschreven.

Uitvoerige beschrijving in het hoofdstuk Eigenverbruik. Vermogensbesturing

Activeren van de verspreiding van rimpelspanningsignalen in het huisnet.

Geactiveerd:
Wanneer een rimpelspanningontvanger op de omvormer is aangesloten, worden de stuursignalen van deze rimpelspanningontvanger per UDP in het lokale LAN-net verspreid. Op deze manier kunnen ook andere omvormers via de aangesloten rimpelspanningontvanger worden geregeld.

Gedeactiveerd:
De stuursignalen worden niet per UDP in het lokale LAN-net verspreid.

 

De omvormer is uitgerust met 4 schakelende uitgangen. De schakelende uitgangen kunnen externe verbruikers schakelen om het eigen verbruik te verhogen of kunnen worden geconfigureerd als indicatoren voor de status of gebeurtenissen. Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in en voor de installatie in Aansluiting van schakelende uitgangen.

De functie van de schakelende uitgangen (klem X1401 en X1402) instellen op de Smart Communication Board. De 2-polige aansluitklem kan worden gebruikt voor verschillende functies.

Parameter

Toelichting

Uitgang

Weergave van de uitgangen 1-2 op klem X1401 en de uitgangen 3-4 op klem X1402.

Bedrijfsmodus

Modus selecteren:

Uit: De schakelende uitgang is gedeactiveerd.

Regeling van de belasting: Verbruikers worden ingeschakeld wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan (bijv. PV-overschot).

SG-Ready: Het gebruik van de SG-Ready-functie is een eenvoudige en voordelige oplossing om het PV-eigenverbruik te verhogen door gebruik te maken van een warmtepomp. De omvormer biedt de mogelijkheid om een SG-Ready-compatibele warmtepomp aan te sturen. Bedrijfsstatus 2 (normale werking) en 3 (opstartaanbeveling) van de SG-Ready-specificatie worden ondersteund.

Wallbox: Voor het besturen van een wallbox zodat deze onder bepaalde voorwaarden het laadproces start van een elektrisch voertuig dat is aangesloten op de wallbox. De wallbox moet een besturingsingang hebben. Zie voor meer informatie de handleiding van uw wallbox.

Gebeurtenissen: De uitgang wordt geschakeld bij een bepaalde gebeurtenis. De gebeurtenis moet uit de lijst worden geselecteerd.

Externe besturing: De uitgang kan worden geschakeld door een extern energiemanagementsysteem via het Modbus-/TCP-protocol.

Toestand

De functie van de schakelende uitgang selecteren. Functie als potentiaalvrij maakcontact (NO) of Verbreekcontact (NC).

Maakcontact (NO = Normally open)

Doorgaans is het contact open. Het contact wordt gesloten wanneer aan de ingestelde voorwaarden is voldaan.

Verbreekcontact (NC = Normally closed).

Doorgaans is het contact gesloten. Het contact wordt geopend wanneer aan de ingestelde voorwaarden is voldaan.

Batterijgebruik voor schakelen op basis van PV-vermogen

De hier configureerde instellingen gelden voor alle uitgangen waarbij het schakelen op basis van het PV-vermogen geconfigureerd is.

 

De analyse van een extern meldingssignaal activeren. De omvormer kan de meldingsuitgang van de overspanningsmodule (SPD) evalueren en in geval van een gebeurtenis een melding geven. Informatie over aansluiting en bedrading is te vinden op Signaalcontact voor externe overspanningsbeveiliging (SPD - Surge Protective Device) aansluiten.

INFO

Info

De instelling kan alleen worden uitgevoerd door een installateur met een servicecode.

Analyse van het externe meldingssignaal

De functie activeren

Het monitorsignaal is geschakeld als

Selectie van de schakeltoestand van de overspanningsmodule

Maakcontact (NO = Normally open)

Doorgaans is het contact open. Bij een fout gaat het contact dicht en geeft de omvormer een melding.

Verbreekcontact (NC = Normally closed).

Doorgaans is het contact gesloten. Bij een fout gaat het contact open en geeft de omvormer een melding.

 

Via deze functie kunnen extra opties voor de omvormer worden vrijgeschakeld. Dit kan bijv. de vrijschakeling van de ingang DC3 voor de aansluiting van een batterij zijn.

Parameter

Toelichting

Nieuwe optie vrijschakelen

Invoer van een activeringscode, bijvoorbeeld voor de aansluiting van een batterij. Deze moet van tevoren in de KOSTAL Solar webshop worden gekocht.

AANWIJZING! De activeringscode kan worden gekocht in de KOSTAL Solar-webshop. U kunt de webshop bereiken met de volgende link: shop.kostal-solar-electric.com

Vrijgeschakelde opties

Overzicht van de momenteel vrijgeschakelde opties in de omvormer